Mappenacties
Linux-commando's voor mappenacties gebruik je om via de terminal mappen op je systeem aan te maken, te verwijderen, te beheren en doorheen de mappenstructuur te navigeren. Enkele van de belangrijkste opdrachtregelcommando's uit deze categorie zijn cd, ls, mkdir, rmdir.
Navigatie in de mappenstructuur
Het opdrachtregelcommando cd staat voor change directory en is bedoeld om te navigeren door de mappenstructuur.
De syntax van het commando luidt:
cd [OPTIE] MAP
Als er geen doelmap wordt aangegeven, ga je met cd automatisch naar de home-map van de gebruiker.
Als cd wordt gebruikt met een minusteken (-) erachter, spring je naar de vorige map.
Programma uitvoeren in een nieuwe rootmap
Het commando chroot (kort voor: change root) wordt gebruikt om een commando in een andere rootmap uit te voeren. Het commando chroot kan bijvoorbeeld worden toegepast om problematische programma’s te isoleren van het overige bestandssysteem. Men spreekt in dit geval van een chroot jail.
Om dit programma te openen, zijn rootrechten vereist en dient het volgende schema te worden gevolgd:
chroot MAP COMMANDO
Overzicht van mapinhoud weergeven
Het opdrachtregelcommando ls staat voor list en wordt gebruikt om de inhoud van een map (de namen van alle bestanden en mappen die zich in de aangegeven map bevinden) weer te geven.
De syntax van het commando luidt:
ls [OPTIES] MAP
Als ls wordt gebruikt zonder mapaanduiding wordt met dit commando de inhoud van de huidige map weergegeven.
Met behulp van extra opties bepaal je welke gegevens worden weergegeven en hoe deze worden getoond.
Map aanmaken
Het opdrachtregelcommando mkdir staat voor make directory en stelt Linux-gebruikers in staat om nieuwe mappen aan te maken.
Gebruik de volgende syntax om in de huidige map een nieuwe map aan te maken:
mkdir [OPTIE] MAPNAAM
Indien gewenst kun je meerdere mappen tegelijk aanmaken door hun namen achter elkaar in te voeren met een spatie ertussen:
mkdir [OPTIE] MAPNAAM1 MAPNAAM2
Als een map in een bepaalde doelmap dient te worden aangemaakt, voer je het absolute of relatieve pad naar de map in.
- absolute : mkdir /home/user/Desktop/test
- relatieve : mkdir ../Desktop/test
Bij beide voorbeelden wordt de map test aangemaakt in de map desktop.
Mapnaam weergeven
Gebruik pwd (kort voor print working directory) om de naam van de huidige werkmap weer te geven.
De syntax van het commando luidt:
pwd [OPTIES]
Map verwijderen
Als je een bepaalde map wilt verwijderen, gebruik je het opdrachtregelcommando rmdir (remove directory) volgens deze syntax:
rmdir [OPTIE] MAP
Met rmdir kunnen alleen lege mappen worden verwijderd. Om een map inclusief alle bestanden en submappen te verwijderen, gebruik je het commando rm (remove) met de optie -r.
Let op: rmdir verlangt geen bevestiging van de verwijdering. De geselecteerde mappen worden onherroepelijk verwijderd.
Mappen weergeven in de boomstructuur
Terwijl ls alleen de inhoud van mappen weergeeft, kan met het opdrachtregelcommando tree de complete mappenstructuur recursief worden weergegeven als boomstructuur.
Dit doe je met de volgende syntax:
tree [OPTIES] [MAP]