Schijfbeheer
Als je in Linux toegang wilt krijgen tot een bestandsysteem op een andere partitie moet het eerst worden geïntegreerd in de mappenstructuur van je besturingssysteem. Men spreekt dan van mounten (of aankoppelen) van een partitie. Dit kan indien nodig worden geregeld in de grafische gebruikersinterface. Opdrachtregelprogramma's als lsblk, blkid en mount bieden de mogelijkheid om gegevens over aangesloten blok opslagapparaten op te vragen en deze indien nodig aan of af te koppelen.
Bestandssystemen integreren
Als een bestandssysteem via de terminal moet worden geïntegreerd in de mappenstructuur van het besturingssysteem wordt in Linux het opdrachtregelprogramma mount gebruikt.
De algemene syntax van het commando luidt:
mount [OPTIES] APPARAAT MOUNTPOINT
APPARAAT = Het pad naar het apparaatbestand van het opslagapparaat dat je als partitie wilt aankoppelen.
MOUNTPOINT = De plaats in de mappenstructuur van je besturingssysteem waar je de partitie wilt integreren. De mountpoint wordt meestal als absoluut pad ingevoerd.
Voorbeeld:
mount /dev/sdd /media/usb
Het apparaat sdd wordt in de map /media/usb aangekoppeld.
In de regel herkent Linux het betreffende bestandssysteem van het apparaat automatisch. Als dit niet het geval is, biedt de optie –t de mogelijkheid om het bestandssysteem (bijvoorbeeld ext4) expliciet te vermelden:
mount -t ext4 /dev/sdd /media/usb
Als er een reeds geïntegreerd bestandssysteem moet worden afgekoppeld, wordt het commando unmount gebruikt:
unmount [OPTIES] APPARAAT of unmount [OPTIES] MOUNTPOINT
Als je alle bestandssystemen wilt laten weergeven die in je besturingssysteem zijn geïntegreerd, gebruik je het commando mount met de optie –l.
mount –l
De weergave kan via –t worden beperkt tot bestandssystemen van een bepaald type.
Informatie over aangesloten blok opslagapparaten weergeven
Net als lsblk geeft ook blkid gegevens weer over aangesloten blok opslagapparaten.
Gebruik blkid volgens het volgende schema om het identificatienummer (UUID) en bestandssysteemtype (TYPE) van alle aangesloten blok opslagapparaten op te vragen.
blkid [OPTIES]
Een weergave in tabelvorm krijg je met behulp van de optie –o in combinatie met de waarde list.
blkid -o list
Ook blkid kan worden beperkt tot een geselecteerd apparaat:
blkid [OPTIES] APPARAAT
Voorbeeld:
blkid /dev/sda1
Bit-nauwkeurig kopiëren van bestanden, partities of gegevensdragers
Met het opdrachtregelprogramma dd kan een kopie worden gemaakt, waarbij gegevens bit voor bit uit een inputfile (if) worden uitgelezen en naar een outputfile (of) worden geschreven.
Het programma wordt geopend met de volgende syntax:
dd if=bron of=doel [OPTIES]
Als bron en doel kunnen daarbij zowel afzonderlijke bestanden als complete partities (bijvoorbeeld /dev/sda1) of een compleet opslagapparaat (bijvoorbeeld /dev/sda) worden aangegeven.
Voorbeeld:
dd if=/dev/sda5 of=/dev/sdb1
De complete vijfde partitie van /dev/sda wordt tot op de bit nauwkeurig gekopieerd naar de eerste partitie /des/sdb.
Met opties kan het kopieerproces worden beperkt tot een willekeurig aantal opslagblokken van de gewenste grootte.